Participatie
Parochiekerken roepen vaak sterke gevoelens op. Denk je na over een nieuwe gebruiksvorm? Betrek dan de lokale gemeenschap bij de toekomst. Door aan participatie te doen heb je controle over verwachtingen, zorg je voor verbondenheid en draagvlak voor de keuze voor een neven- of herbestemming. Hou vanaf het begin rekening met goeie communicatie.
Inhoud van deze pagina
Doel · Methodiek · Randvoorwaarden en invloed · Communicatie
Bepaal het doel
Burgerparticipatie is één van de middelen om tot een betekenisvolle invulling voor een parochiekerk te komen, naast bijvoorbeeld ontwerpend onderzoek of een marktverkenning. Participatie kan ook een ander deelproces, zoals een ruimtelijke haalbaarheidsstudie, ondersteunen.
Hoe je participatie aanpakt en hoeveel gewicht je eraan geeft, hangen sterk af van je doel en van waar je je bevindt in het traject van neven- of herbestemming.
Participatie heeft vaak meerdere doelen tegelijk. Mogelijke doelen zijn:
- Burgers informeren en/of bewustmaken van het feit dat de kerk een nieuwe invulling krijgt
- Polsen naar betrokkenheid en draagvlak, algemeen voor het kerkgebouw, of specifieker voor een bepaald idee of plan, of een bepaalde werkwijze
- Ideeën van burgers verzamelen
- Hulp inroepen om taken uit te voeren in of met betrekking tot het kerkgebouw, bijvoorbeeld het beheer of organiseren van activiteiten
- Een groep mensen opbouwen, versterken en begeleiden, zodat die groep een bepaalde rol of taak kan opneme
- Onderling concrete engagementen opsporen en afspraken maken over het gebruik en het beheer van de kerk
- Beslissingen voorbereiden en/of nemen, bijvoorbeeld via een burgerpanel
- Tijdelijk gebruik organiseren
Kies je methodiek
Naast het doel bepalen ook andere factoren de keuze van een methodiek. Denk aan:
- wat je verwacht van participatie en het statuut dat je eraan geeft
- de intensiteit van participeren die je voor ogen hebt
- de doorlooptijd van je traject en de eventuele fasering van het hele traject
- of externe begeleiding van toepassing is
- de doelgroepen die je wil bereiken
Soorten participatie
Participatiemethodieken zijn er in allerlei soorten. Zonder volledig te willen zijn, maken we hieronder een onderscheid volgens drie grote soorten. Daarna lijsten we nog enkele speciale gevallen op.
Bewustmaking
Met de participatiesoort die focust op bewustmaking breng je de uitdaging van de toekomst van de parochiekerken over. Dat kan via:
- een infovergadering
- een infowandeling
- een tentoonstelling in de kerk
Indirecte methodieken
Ook indirecte methodieken link je misschien niet direct aan participatie, omdat ze ‘lichter’ lijken. Toch kan je veel leren uit bijvoorbeeld een interview of door een burgerplatform als Hoplr(opent nieuw venster) in het oog te houden.
Je krijgt inzicht in de relatie tussen de parochiekerk en mensen hun leefwereld, of hun leefwereld in het algemeen. Die band is moeilijk te vatten, maar toch erg waardevol. Je vertaalt die signalen nadien naar het traject van de neven- of herbestemming.
Voorbeelden van indirecte methodieken zijn:
- een enquête
- een reeks interviews
- een infomarkt
- een wandelvergadering
- visitor employed photography, waarbij bezoekers zelf foto’s maken in de kerk. Zo krijg je zicht op wat zij belangrijk of opvallend vinden aan de plek
- een verhalenbus
- een buurtplatform, zoals Hoplr
Groepsinteractieve methodieken
De groepsinteractieve methodieken sluiten waarschijnlijk het beste aan bij wat je verwacht van een participatietraject bij een neven- of herbestemming. Ze gaan actief in op verwachtingen en dromen van deelnemers over de toekomst van het kerkgebouw. Ze laten je ook toe om bij de deelnemers te polsen naar hun betrokkenheid in de toekomst, en zelfs naar concrete engagementen.
Voorbeelden van groepsinteractieve methodieken zijn:
- een focusgroepgesprek
- een cocreatiesessie
- een brainstormsessie
- een charette, waarbij je op één dag veel feedback en ideeën verzamelt
- een burgerpanel
Een ‘typische’ participatiesessie polst naar de kwaliteiten van het gebouw, ideeën voor de toekomst, de manier waarop die mogelijkheden gerealiseerd kunnen worden via beheer en welke concrete engagementen de aanwezigen in de toekomst willen opnemen.
Een dergelijke sessie laat ruimte voor overleg, bijvoorbeeld aan tafels met kleine groepjes. Zorg voor voldoende expertise in de zaal om lastige vragen over onder andere (kerk)juridische en financiële aspecten op te vangen.
Andere participatiemethodieken
Sommige participatietechnieken spelen direct in op de ruimtelijke, beheersmatige, financiële of erfgoedgerelateerde aspecten van een neven- of herbestemming. Hieronder vind je nog enkele methodieken en mogelijke acties die moeilijker in de voorgaande categorieën passen:
- de kerk als open forum of experimenteerruimte (bv. het burgerinitiatief rond de voormalige Heilig Kruiskerk in Lebbeke)
- tijdelijk gebruik en/of een proefopstelling geeft inzicht in de ruimte en in wat wel of niet werkt en wat er nog nodig is
- een oproep aan nieuwe gebruikers of beheerders is op zich geen ‘participatie’; wel als er interactie volgt met de geïnteresseerden
- een gerichte sessie die de rollen van burgers en organisaties vastlegt
- crowdfunding als een manier om betrokkenheid te creëren
- samen bepaalde elementen van het gebouw of collectiestukken waarderen met het oog op hun (her)bestemming
- het bestemmingsprofiel, als een methodiek om samen inzicht te verwerven in het erfgoed, de bouwfysische toestand en de ruimtelijke mogelijkheden van het gebouw en ideeën op te doen over de toekomst van het gebouw.
Tip: Koppel je gekozen methodiek aan de Open Monumentendag, met Erfgoeddag of de Open Kerkendagen en vermeerder je zo publiek.
Situeer participatiemomenten altijd in een groter geheel
Randvoorwaarden
In een participatietraject schuilt altijd het gevaar van onrealistische verwachtingen. Daarom is het belangrijk om duidelijk te maken welke factoren je traject onvermijdelijk mee bepalen. Parochiekerken zijn op dat vlak complex. Ze raken aan veel dingen waar je rekening mee moet houden, zoals:
- het pastorale plan, meestal opgenomen in het kerkenbeleidsplan, bepaalt of een nieuwe invulling wel of niet mogelijk is
- de stedenbouwkundige zonering volgens het gewestplan, gemakkelijk op te zoeken via Geopunt(opent nieuw venster). Soms maakt de kerk ook deel uit van een lokaal ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP).
- erfgoedelementen die ter plaatse moeten blijven, maar die de gewenste invulling misschien bemoeilijken. Denk aan een oude preekstoel, of een kruisweg op een plek waar je meer neutraliteit wil
- technische beperkingen van het gebouw zijn vaak op te lossen, maar brengen meestal extra kosten mee
- in het algemeen zijn budgetten niet eindeloos en ingrepen in parochiekerken kostelijk
- het kerkelijk recht bepaalt dat de bisschop het laatste woord heeft over wat wel of niet kan in een parochiekerk. De bisschop beslist over het al dan niet onttrekken aan de eredienst. Zijn richtlijnen wegen door op de beslissing over het (toekomstig) gebruik van de ruimte
- soms moet je rekening houden met specifiek gemeentelijke beleid
Positieve invloed
Participatie beïnvloedt het hele traject van een neven- of herbestemming positief:
- je werkt aan draagvlak
- je denkt misschien al over het beheer van de ruimte, al dan niet ondersteund door concrete engagementen van vrijwilligers
- je zorgt voor een ‘ingebed’ project dat rekening houdt met maatschappelijke meerwaarde, met toegankelijkheid en laagdrempeligheid en met reële noden en vragen uit de buurt
Communiceer helder en breed
Bij participatie is het cruciaal om eerlijk en helder te communiceren over het doel. Participatie en communicatie gaan hand in hand. Denk goed na over wat je met de sessies wil bereiken, op welke manier je dat doet, wie je wil betrekken, binnen welk tijdskader en welke mate van inspraak je toelaat.
De communicatie moet vooral duidelijkheid scheppen over bij wie de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid ligt. Is dat bij het lokaal bestuur en/of de eredienstbesturen, het bisdom, of deels of helemaal bij de burgers? De communicatie gaat in op wanneer en hoe de beslissingen tot stand komen, en hoe de methodieken waarin burgers betrokken zijn zich verhouden tot die beslissingen. Zo maak je via communicatie duidelijk welke rol het publiek speelt in het participatietraject en wat die juist inhoudt. Deelnemers moeten weten waarom je een participatietraject organiseert en waarom er plannen zijn om een nieuwe invulling aan de kerk te geven. Zorg ervoor dat ze echt gehoord worden en dat ze weten wat er uiteindelijk met hun inbreng gebeurt.
Communiceer breed: via een gemeentelijk infoblad, de website van de gemeente, sociale media, via verenigingen en adviesraden die elk hun achterban kunnen aanspreken. Zo voorkom je dat omwonenden achteraf zeggen dat ze niet op de hoogte waren van de participatiesessie.
Houd rekening met gevoeligheden
Het begeleiden van een participatiesessie met als onderwerp een parochiekerk, vraagt om wat extra inspanningen van de moderator. Een parochiekerk is geen gebouw als een ander. Er hangen veel gevoeligheden aan vast, ook na de onttrekking aan de eredienst. We sommen er hier enkele op:
- Het kan moeilijk zijn voor mensen om anderen te horen praten over wat zij als ‘hun’ kerk beschouwen. Kerken roepen gevoelens op: emoties, herinneringen, esthetische voorkeuren, sociale en spirituele verbondenheid, sterke en vage relaties. Ze maken deel uit van onze leefomgeving.
Mensen uit verschillende parochies mengen in één sessie, en de verschillende kerken aan bod laten komen tijdens dezelfde sessie, ligt niet voor de hand. Dat wil niet zeggen het uitgesloten is. - Het heeft meestal weinig zin om tijdens een participatiemoment te discussiëren over de inhoud van een pastoraal plan, over de grote lijnen van welke kerk in aanmerking komt voor herbestemming en welke voor nevenbestemming. In de meeste gevallen moet je het pastoraal plan ‘aanvaarden’, als een randvoorwaarde. De betekent niet dat zo’n plan niet kan evolueren, in de praktijk gebeurt dat soms ook.
- De kerkfabriek is niet gelijk aan de parochie en geen van beide is gelijk aan het bisdom. Vaak zijn er verschillen in visie. Dat hoort erbij. Waak erover dat je de ‘kerkelijke zijde’ niet beschouwt als eenvormig geheel.
- Kerkfabrieken beschikken soms over eigen middelen: ‘reserves’, maar dat is niet altijd het geval. Niemand kan een kerkfabriek verplichten om die reserves te gebruiken. Dat staat zo in het eredienstendecreet. Neven- en herbestemmingen ontwikkelen is ook geen kerntaak van een eredienstbestuur. Verwachten dat een kerkfabriek financieel bijdraagt aan een neven- of herbestemming, zelfs als die kerkfabriek geld of gronden heeft, is dus niet vanzelfsprekend.
- Bekijk zeker de richtlijnen van de bisschoppen(opent nieuw venster) om wat meer inzicht te verwerven in hoe de bisdommen naar de toekomst van de parochiekerken kijken. Qua gebruik liggen vooral burgerlijke uitvaarten en het gebruik door bijvoorbeeld evangelische gemeenschappen (en andere christelijke levensbeschouwingen die niet tot de Wereldraad van Kerken behoren) gevoelig, net zoals niet-christelijke vormen van zingeving. In gesprek gaan met het bisdom kan uitsluitsel bieden over wat wel of niet kan. Elke bisschop beslist daarin autonoom.
Hulpmiddelen
- Ben jij met je lokale gemeenschap op zoek naar een nieuwe of extra invulling voor je parochiekerk? Gebruik de Kerk in het midden-Toolbox(opent nieuw venster) van provincie Oost-Vlaanderen om een gesprek op gang te brengen en in zeven stappen een participatietraject te doorlopen, om zo tot een neven- of herbestemming van je parochiekerk te komen.
- Check aan de hand van de kaart welke partners je kunnen ondersteunen om een participatietraject op te starten. Niet gevonden wat je zocht? Contacteer het Platform Toekomst Parochiekerken.
Heb je specifieke vragen over de toekomst van parochiekerken?
We helpen je graag bij het uittekenen van je participatietraject en verwijzen door naar de juiste experts. Contacteer ons voor meer informatie.